Positieve Psychologie

Mijn kind is niet druk, hij is gewoon erg energiek. En hij is niet snel afgeleid, maar hij heeft gewoon een groot associatievermogen. Hij is niet overgevoelig, maar juist heel intuïtief. Hij praat niet voor zijn beurt, maar is gewoon enthousiast. Sommige mensen noemen dit voorgaande ‘positief kijken naar ADHD’. Ik vind dat de boel een beetje belazeren. Je vind het gedrag van het kind namelijk nog steeds ongewenst, onhandig, anders zou je niet de behoefte voelen om het zo nadrukkelijk te benoemen en een andere naam te geven. Het was eerst A en doordat we het nu positief gaan belichten heet het nu B.

“Al mijn leven lang probeer ik een blauw vierkantje te zijn, terwijl ik eigenlijk een rood rondje ben.”

Waarom ik dat de boel belazeren vind? Omdat degene die A in B verandert, vaak van binnen nog steeds wel voelt dat het niet-gewenst gedrag is. Dat het nu iets minder erg klinkt, maar nog steeds ánders is. En dat voelt een kind. En de meeste kinderen willen niet het gevoel hebben anders te zijn. Of zoals mijn moeder tegen me zei: “Ja, ik ben heel trots op wat je allemaal doet….MAAR…!” Die MAAR weegt zwaar, net zoals het gevoel dat het überhaupt nodig is je hersens in te zetten voor de herformulering van A naar B. Dat voelen we! Een andere weg dan. Mensen met ADHD zijn heel creatief, sociaal en zitten vol ideeën. Mensen met ADD (dus als de H mist) zijn heel gevoelig, intuïtief en creatief. Als het voorgaande waar is, zou dat mooi zijn, maar het is niet altijd waar. Ik ken heel veel mensen met ADHD die niet bijster creatief zijn, en ook genoeg mensen met ADD met wat je noemt een bord voor hun kop. Dus is het ook weer recht praten wat krom is. “Je hebt ADHD, maar dat geeft niet hoor want dan ben je ook heel X, Y, Z.” En als je dat maar vaak te horen krijgt, ga je dan vaak wel zorgen dat je X, Y, Z doet. Zoals een cursist zo mooi zei: “Al mijn leven lang probeer ik een blauw vierkantje te zijn, terwijl ik eigenlijk een rood rondje ben.” Dus wat dan wél? In mijn ogen is een positieve benadering in elk geval om mensen met ADHD niet als méér anders te zien dan andere mensen. Ieder heeft zo zijn deukjes. Als ik in een lezing vraag: “Wie heeft in zijn jeugd meer dan geregeld het gevoel gehad gek te zijn, anders te zijn?”, dan gaan er heel veel handen de lucht in. Ook als ik de lezing onder hulpverleners, psychiaters of leerkrachten geef. Alleen bankdirecteuren heb ik nog niet uitgeprobeerd! Mensen met ADHD zijn niet één of andere vreemde soort waarvan je door de problemen heen de leuke kanten moet zien. Je moet hun leuke kanten zien, punt! Want ieder mens groeit en bloeit als hij gezien, gewaardeerd en begrepen wordt. Als je gezien, gewaardeerd en begrepen wordt, kun je in een fysieke toestand komen waarin je kunt leren, liefhebben, ontdekken, invoelen en aanvoelen. Als je je gezien, gewaardeerd en begrepen voelt kun je beter ontdekken wat je wilt, wat je nodig hebt en hoe je dat gaat krijgen. En als je al die dingen kunt, is er heel veel minder tijd en aandacht in je brein voor probleemgedachtes en probleemgedrag. Zo simpel? Ja, zo simpel. Probeer het maar eens uit!

Door Cathelijne Wildervanck