Hoofd, lijf en hart

Gisteren belde hij op: ‘Mam, we hebben bericht gekregen dat we met een

Duitse vlucht mee terug kunnen.’ Even voelde ik opluchting en wilde gaan zeggen: is dit wat jullie echt willen? En toen zei hij: ‘we hebben het er goed over gehad met elkaar, we hebben besloten op deze plek blijven.’ Een paradijselijk plekje aan de kust van de Stille Oceaan in El Salvador, groene subtropische tuin, bamboehutjes, hangmatten, een dunbevolkt gebied, rustig dorpje, een president die al in een heel vroeg stadium de grenzen heeft dichtgegooid om het virus buiten het land te houden, waar een total lockdown is en waar officieel dertien besmettingen zijn geregistreerd.

Ik begrijp het wel. ‘Thuis’ komen ziet er nu heel anders voor ze uit dan ze zich een half jaar geleden hadden voorgesteld toen ze aan hun reis door Latijns-Amerika begonnen. Ze zouden gewoon weer terugkomen naar Amsterdam en een baan vinden, met een mooie ervaring rijker. Nu thuis komen betekent misschien wel in Leiderdorp op zolder bij (schoon)moeder zitten, zonder baan, in een semi-lockdown, een hele leuke optie… voor een kleine week.Mijn hoofd begrijpt ze dus wel!

Mijn lijf zegt wat anders. Angst. Wat als… dit de laatste kans is om terug te komen. Wat als…het erger wordt daar, slechte gezondheidszorg, beelden van overvolle vieze ziekenhuizen zonder voorzieningen. Wat als … er geen toevoer meer is van voedsel naar hun dorp toe. Wat als…de lokale bevolking zich tegen hun keert omdat ze Europeaan zijn, tegen een angstige El Salvadoriaan heeft het weinig zin om te roepen: ‘Nee, kijk hier mijn paspoort, we zijn al een half jaar niet meer in Europa geweest! We wonen hier!’ Wat als… ze op straat worden gezet. Wat als … Ik check er een paar bij hem af: zijn jullie je er bewust van dat het heel lang kan gaan duren, en wil je daar dan nog steeds zijn? ‘Ja.’ Realiseer je je dat jullie je in een oorlogssituatie bevinden zonder oorlog. Dat je straks misschien uren in de brandende zon in de rij moet staan voor eten, dat je misschien honger gaat hebben? ‘Ja, maar het zal zo’n vaart niet lopen.’ Maar wat als? ‘Dan dealen we er mee.’

Terwijl ik dit aan het doen ben, merk ik dat ik rustiger word. Ik voel zoveel vertrouwen in deze 27-jarige knul en zijn vriendin. Ik heb zoveel vertrouwen dat werkelijk alles wat op hun pad zal gaan komen, precies het juiste is, for better or for worse. Dat ze er ‘rijker’ van zullen worden als mens, dat het misschien wel de mooiste ervaring wordt van hun hele reis. Dat Martijn en ik ze ooit voor zijn gegaan in het volgen van ons hart toen wij met ons drieën in Nieuw-Zeeland gingen wonen. En mijn hart spreekt. Ik word er zo blij van dat ze daar blijven.

En we delen van hart tot hart. Hij vertelt me hoe fijn ze wonen, in hun kleine gemeenschap met de vijf mensen daar in de natuur. Samen hebben ze een tuintje aangelegd. Er is een mooie gemeenschapszin, er is verbinding en liefde. En ik ben dankbaar dat ik de vrijheid voel dat mijn ‘wat als’ angsten er mogen zijn, en dat een ‘wat als scenario’ naar de positieve andere kant (wat als het allemaal juist goed voor ze is) net zo waar of onwaar is, maar een stuk prettiger voelt. Beide kanten worden waargenomen, en dan ben ik in mijn hart.

Liefs,

Marlou Hilverdink