Het is maar hoe je het bekijkt

Ik zit aan de eettafel met Richard en Florian. En Florian vraagt of ik mee wil doen met een spel op zijn PS4. Dat wil ik wel, ik had het al eerder toegezegd. Mama, zegt hij, ik vind het zo fijn als je zo rustig bent. De schat! Zo lekker gevoelig voor stemmingen van anderen. En zo goed in dat onzichtbaar, van binnen, te processen. En ja, ik was de dag ervoor wat gehaaster dan nu. Leuk dat hij dat ziet en het verschil kan benoemen.

Onze jongste is een echt derde-positiekind en dat zeg ik ook tegen hem en hij wil uitleg. Ik vertel hem: er zijn drie verschillende manieren om naar een situatie te kijken. De eerste is dat je er naar kijkt door je eigen ogen, wat je zelf voelt en denkt en doet. De tweede is dat je vooral invoelt hoe het voor de ander is, je voorstelt wat de ander denkt en voelt en doet. En de derde is dat je als het ware op een afstandje er naar kijkt, vanuit een camera of helikopter.

Ik vertel verder: elk persoon heeft wel een voorkeur van een van die drie manieren op naar dingen te kijken. En jij hebt van jongs af aan al dat je uitspraken doet vanuit derde positie. Dat ik een tweejarige na zijn middagslaapje uit zijn ledikantje wil tillen en hij zegt: ‘Mama ik voel me een beetje verdrietig vandaag’. Eh wat? Een tweejarige die zijn emoties gaat lopen te benoemen? Voor je het weet ga je lopen bleren dat je kind hoogbegaafd is, want zo vaak komen dit soort teksten niet uit een tweejarige. Maar dat is het dus niet, het is een uiting van voorkeur voor derde positie. En dat doet hij al zijn hele 11-jarige leven lang, overzien wat er gebeurt, wat zijn plek en rol is in het geheel.

Zijn zus heeft een voorkeur voor eerste positie, zijn broer voor tweede. Dat geeft ook reuring in het gezin hoor. Iemand met voorkeur voor tweede positie zal iemand met voorkeur voor eerste positie misschien wat teveel van zichzelf uitgaan (wat letterlijk ook zo is dus). En die eerste positie-persoon vind iemand met voorkeur voor derde misschien wat ongrijpbaar, abstract en bezig met meta-communicatie. En iemand met voorkeur voor tweede positie kan wel eens doorslaan dat je denk: hé hallo, wat vind jijzelf? Wat wil jij?

Maar in essentie heb je voor een beetje soepel lopende communicatie nodig dat je niet alleen je voorkeur doet en kent maar de rest ook. En als je niet zo tevreden bent over hoe een situatie is afgelopen en het laat je maar niet los, dan kan het heel zinvol zijn eens door die verschillende waarneemposities te kijken. Maar hé, ik vind mijn guppen nog te jong om die flexibiliteit te vragen. IK vind het al heerlijk dat ze hun eigen voorkeuren snappen en er gebruik van maken. Nog een stapje verder zou zijn dat ze mekaar niet de hersens in slaan bij verschil in aanpak. Dat komt overigens weinig voor, behalve als de familie Spek een spel speelt. Dan krijgen we lekker alle dynamieken bij elkaar. Moet ik die uitleggen of zie je het zo ook wel voor je?

Gelukkig hebben we nog alle tijd om dat te oefenen de komende weken toch? Hier nog een podcast van lieve vriendin Renée Hilverdink over die waarneemposities: https://www.1e-verdieping.nl/inspiratie/waarneemposities-2/

 

Tot morgen,

Cathelijne