Flawless

Ik heb een trekje aan mijn neus. Wie mij kent weet het, je kunt er eigenlijk niet omheen dat mijn neus op gepaste en ongepaste momenten even een kleine zwaai naar rechts wil maken. Verder heb ik bij voortduring strijd om mijn gewicht, en nu ik dit publiekelijk verklaard heb vrees ik dat mijn gejojo ook nog eens extra aandacht zal trekken. Dingen die ik niet gefixed krijg, suffe trekjes en patronen die ik zelfs niet met een goed in elkaar gezet ‘swish’-patroon veranderd krijg. Na tien jaar NLP nog steeds niet flawless, laat staan ‘verlicht en getransformeerd’.

Oh ja, ik ben ook wel eens ‘vet onredelijk’ tegen mijn kinderen en ik vergeet ze ook geregeld hun tanden te laten poetsen. Ik zou meer moeten en willen sporten, ik verdwaal vrijwel altijd als ik in den lande een lezing moet geven, ook met TomTom. En ik ben bang voor de juf op school, soms. Nog even doorgaan?

Een gevleugelde kreet van mij is: “Mensen willen hele mensen”. Variatie daarop: kinderen willen hele juffen en meesters, werknemers willen een hele baas. Kinderen willen hele ouders.

Met ‘heel’ bedoel ik niet ‘onbeschadigd’ of ‘perfect’. Met ‘heel’ bedoel ik dat alles er mag zijn. Het zichtbare en het onzichtbare. Wat we mooi vinden en wat we onuitstaanbaar vinden. Het sterke en het kwetsbare.

Cultureel bezien zijn we ietwat belast met een voorkeur voor focussen op wat nog beter moet. De eerste twee jaar van je leven is iedereen doorgaans nog vol bewondering over wat je doet. Je draait je om: iedereen juicht, je gaat zitten: enthousiasme alom, je gaat staan: applaus! Maar er komt al snel een moment dat de omgeving gaat focussen op wat je nog moet leren. Bij tennisles moet je je service nog wat verbeteren of aan je backhand werken. Je krijgt niet wekelijks te horen hoe formidabel je smash is. Ik noem maar wat… En zo zijn we veelal bezig de beste en nieuwste versie van onszelf en anderen te vinden. Maar met de onbewuste boodschap: het is (nog) niet goed.

Misschien zou de vorm waarin we NLP bedrijven simpeler mogen. Misschien moeten we niet proberen steeds weer nieuwe technieken te ontwikkelen, de ene nog ‘kinkier’ dan de andere Wat we hebben is al zó enorm waardevol, het hoeft niet nóg beter. Zo ook in mijn coaching. Ik ben als coach vrijwel alleen nog maar bezig mensen hun kwaliteiten verder te laten installeren met alle beschikbare submodaliteiten. Dus niet slechts twee minuten voelen ‘hoe leuk je bent’, maar wel vijf héle minuten. Of, doe eens gek, wel tíen! En dat dankzij visuele en kinestetische submodaliteiten: hoe weet, zie, voel je dat je leuk, interessant, liefdevol, spannend en of rustig bent? Hoe weet, zie en voel je dat je overtuigingen hebt die je helpen? Hoe weet, zie en voel je dat je waarden hebt die je dienen? En nee, ik ruim niet zo vaak meer overtuigingen op volgens het boekje, ik doe niet meer zo aan ‘waardeconflicten neutraliseren’ of ‘nare ankers colapsen’. Ik verbeter niet, ik eer vooral wat er al goed is. Met of zonder trekje aan je neus!